- roepen
- {{roepen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉1 [op luide toon meedelen] cry ⇒ call, shout2 [oproepen] call♦voorbeelden:1 moord en brand roepen • scream blue murderschande roepen over iets • be outraged by something〈figuurlijk〉 erg over iets roepen • be very enthusiastic about somethingeen roepende in de woestijn • a voice (crying) in the wilderness2 de plicht roept (mij) • duty calls〈religie〉 tot het ambt geroepen zijn • have a vocation (for the ministry)velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren • many are called, but few are chosenII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [ontbieden] call ⇒ summon2 [in een toestand brengen; door roepen wekken] call3 [bij opbod verkopen] auction (off)♦voorbeelden:1 een dokter/de politie roepen • call a doctor/the policeiemand op het matje roepen • carpet someonede ober roepen • call the waiteriemand voor de rechter roepen • summons someoneje komt als geroepen • (you're) just the person we need2 iets in het leven roepen • call something into beingik zal je om zeven uur roepen • I'll call you at sevenIII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [schreeuwen] call ⇒ cry, scream, shout2 [dringend vragen] call ⇒ cry, clamour♦voorbeelden:2 om hulp roepen • call/cry (out) for helpdat kind roept om zijn moeder • the child is calling for its mother
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.